Een bizarre vertoning

We leefden toe naar deze dag, de zitting op 25 mei van het Tribunal de Police in Dinant. We hoopten op deze dag eindelijk antwoord te krijgen op die ene prangende vraag: hoe? Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Het is een diepe teleurstelling dat de antwoorden niet kwamen. Dat de bestuurder weigert informatie te geven, verantwoording af te leggen. En voor mij is het onverteerbaar dat hij daarin niet alleen gesteund wordt door zijn advocaat (wat misschien gezien diens opdracht nog begrijpelijk is), maar dat die advocaat er nog een schepje bovenop doet en ronduit onbeschofte dingen zegt. Het was een beschamende vertoning. Pijnlijk om naar te kijken, pijnlijk om aan te horen. Twee personen in de zaal die vinden dat het oké is wat er is gebeurd, dat het oké is om iemand dood te rijden en dan geen uitleg te geven, die het oké vinden om geen verantwoordelijkheid te nemen op de weg, die het oké vinden zoveel leed te veroorzaken en daar hun schouders over op te halen. Twee personen die naar het slachtoffer te wijzen in plaats van naar de dader.

Er kwamen geen antwoorden. De bestuurder wist zich niets te herinneren, gaf de schuld aan alles en iedereen behalve zichzelf en vond vooral – en dat stak – dat we allemaal in het zelfde schuitje zaten, dat we allemaal slachtoffer waren, dat hij óók slachtoffer was. We waren allemaal slachtoffer van de omstandigheden, vond hij. Maar de omstandigheid is dat hij vier tot zeven seconden tijd had om te reageren, te remmen, uit te wijken, iets, en dat hij niets gedaan heeft. Vier tot zeven seconden; dat is drie tot vijf keer zolang als normaal gesproken nodig is om te reageren. Drie tot vijf keer zoveel tijd en hij heeft niets gedaan. Na veel aandringen van de rechter kwam er uiteindelijk uit dat hij nu eenmaal niet gewend is aan fietsers op de weg en niet wist wat hij moest doen, toen hij ze zag. Zijn advocaat durfde te betogen dat het vast anders was afgelopen als Niels en zijn vriend achter elkaar hadden gefietst en dat fietsen op dit soort wegen eigenlijk ook vragen om problemen is. Dan kun je op je vingers natellen dat er een keertje iets gebeurt. Pardon? Hoorde ik dat echt goed?

De bestuurder vindt niet dat hij straf verdient. Hij vindt niet dat hij iets verkeerd heeft gedaan, dat hem wat te verwijten valt. En zijn advocaat vindt dat ook. Want sinds het ongeluk heeft de bestuurder geen ongevallen veroorzaakt, dus hoezo straf… ? Hij heeft nu wel bewezen dat hij een capabel bestuurder is. En als de rechtbank vindt dat een straf toch aan de orde is, dan hoogstens een werkstraf. Die zou dan prima in augustus ingevuld kunnen worden, want het huidige arbeidscontract van de bestuurder (nota bene als koerier) loopt dan af. Tja, laten we het hem vooral niet lastig maken…

Heb ik er dan spijt van dat we naar de zitting gegaan zijn? Nee, geenszins. Ik zou het niet hebben kunnen verdragen niet te weten wat zich in die zaal heeft afgespeeld. Het zou altijd door mijn hoofd blijven spoken. Hoe zou hij eruit zien, de bestuurder, wat zou hij zeggen, hoe zouden de rechter, de officier van justitie er in zitten, hoe zou zijn verweer zijn? En ik blijf erbij, tegenover Niels zou het heel, heel raar zijn om hier niet bij te zijn. Hoe zou ik dat aan hem uit kunnen leggen? Het minste wat ik kan doen is naar de zitting te gaan, de confrontatie aan te gaan, in zijn plaats mijn gezicht te laten zien en mijn stem te laten horen.

Hoe dan ook vond ik dat we het de bestuurder niet gemakkelijk mochten maken door niet te komen. En ik denk dat het gelukt is het zo ongemakkelijk mogelijk te maken voor hem. Hij kon niet om ons heen. Hij kon niet doen alsof het allemaal niet echt was. Er stond een échte familie, met écht verdriet over een écht kind dat écht dood is. Een dood waarvan hij heel goed weet dat híj die heeft veroorzaakt. Het voelde goed, dat wij daar waren, gebruik maakten van ons spreekrecht. Dat hij moest luisteren naar wat wij te zeggen hadden.

We hebben niet tot hem door kunnen dringen. In die zin was het een pijnlijke confrontatie. Maar wat onze aanwezigheid ons wel heeft gebracht, is dat wij ons voor het eerst gehoord voelen. Niet door de bestuurder, of zijn advocaat, maar wel door de rechtbank, door de rechter en door de officier van justitie. De rechter sprak de bestuurder streng toe en ook de officier van justitie wond er geen doekjes om wat hij ervan vond, van wat hij heeft gedaan, dat hij daarover geen uitleg gaf. De rechter betrok ons bij de zitting en gaf ons alle gelegenheid ons verhaal te doen. En dat was onverwacht, want we waren gewaarschuwd dat wij niet teveel van de zitting mochten verwachten. En maar zijdelings een rol zouden hebben. Maar behalve onze verklaring voorlezen, werden wij ook uitgenodigd vragen te stellen. En werd de bestuurder uitgedaagd onze vragen te beantwoorden. Omdat wij volgens de rechter recht op de waarheid, op antwoorden hadden. Voor het eerst voelden we ons gehoord en gezien.

De eis: één jaar gevangenisstraf, €4.000,- boete, 8 maanden rijontzegging en opnieuw rijexamen doen, inclusief alle bijbehorende deelexamens (praktisch, theoretisch, medisch, psychisch). Is het genoeg? Voor ons kan het nooit genoeg zijn en in België wordt een gevangenisstraf van twee jaar of minder niet eens uitgevoerd vanwege een tekort aan cellen. Dus hoe dan ook gaat de bestuurder er gemakkelijk afkomen. En dat is moeilijk te verteren. Maar we zijn blij dat er tenminste gevangenisstraf geëist is. Want ook daardoor voelen we ons toch een beetje gehoord. Daarin horen we de bevestiging, dat het echt heel ernstig is wat er is gebeurd. Dat het niet had mogen gebeuren. Dat er iemand schuldig is aan de dood van Niels.

Op 22 juni volgt de uitspraak en weten we wat de rechter er echt van vindt. Stiekem hopen we dat ze er nog wat bij doet, hopen we op twee jaar en een dag... want dan zal hij wel echt moeten zitten en dat zou ons enorm goed doen.


Twitter Facebook LinkedIn Volgen


Een bizarre vertoning

Toeval?

New Bike Day

Voordrachtsavond

Bij de plaatselijke Bruna

De tweede komt eraan!